schakelen De Man met de Hoed: pag. 15
           
  

 
 

 

 

 

 

 

  
terug naar hun tafeltje. Bij de sjoelbak staan de klanten al in de rij en ook de handelswaar van de vrouwtjes slinkt zienderogen. De zon legt zich al schuiner over de straat, ze verdeelt de zakdoek in een lichte en een donkere kant en in de weckpot trekt het leven zich terug in de schaduw. Frits weet niemand ook maar een cent af te troggelen, een enkele voorbijganger luistert, geeft een gemoedelijke knipoog en loopt verder. Een tijdlang staat Michel het aan te kijken, de handen in de zakken van zijn korte broek, de schoenen met de steunzolen over elkaar geslagen, het zitvlak tegen de muur geleund. Zo onverschillig als de mensen zijn broertje negeren als die volhardend zijn onmogelijke waar zit aan te prijzen, het vervult Michel met een wreed soort medelijden. Zijn ogen worden plotseling alert, zijn gezicht krijgt een sluwe uitdrukking.
          ‘Zeg, Fritske? Die beeskes?’
          ‘Wat is daarmee.’
          ‘Zoeken die altijd de schaduw op?’
          ‘Voor wat?’
          ‘Zomaar.’
          ‘Voor wat, Michel?’
          Maar Michel is al weg, hij gunt zich zelfs niet de tijd om Frits voor de zoveelste keer in de oren te knopen dat hij ‘waarom’ moet zeggen in plaats van ‘voor wat’. In de verte klinkt muziek, de bewoners van de Groote Staat buigen zich over hun tot miniatuur altaartjes omgetoverde vensterbanken vol gipsen Maria’s, gekruisigde Jezussen, vaasjes met bloemen en flakkerende kaarsjes om de stoet te zien naderen. Vooraan strooien de Mariabruidjes met hun wormstekige melktandenglimlach en hun witte handschoentjes de tere bloemblaadjes over de straat. Onder de schuifelende voeten vergaan ze snel tot bruine drab. Fier steekt Sint-Servatius zijn gouden hoofd uit de hoekige doos met geklauwde pootjes, in zijn glimmende gezicht met baard staan de ogen vreemd dicht bij elkaar en aan weerszijden van zijn gemijterde hoofd hangen twee rare stijve linten. Frits rekt zijn nek uit om beter te kunnen zien. Boven hun huisaltaartjes in de vensterbanken en aan hun deuren in de straat slaan de bewoners eerbiedig een kruis terwijl
         
   
       
 
inhoud  inhoud

vorige pagina

pagina

volgende pagina
 
 

schakelen De Man met de Hoed: pag. 15