|
De watertoren van de Nyma aan de Waal, met zijn mooie contrast van ronde en hoekige vormen.
Hopelijk wordt het nu vervallen bouwsel behoed
voor de slopershamer.
'...Micki er voorlopig van afgezien zich zelfstandig te vestigen...'
(Hanni, brief 20 juli 1926)
'...dat gaat ons, lieve Dirrel, helemaal niet naar de zin...'
(Hanni, brief 14 september 1926)
'...het was toch absoluut niet geschikt voor hem...'
(Hanni, brief 17 november 1926)
'...hem nogmaals de post van onderdirecteur aangeboden...'
(Hanni, brief 15 juni 1927)
'...het wordt nu werkelijk tijd dat Micki zijn kantoor opent...'
(Hanni, brief 24 maart 1928)
'...een scheikundige, een ingenieur, tekenaars, je ziet...'
(Hanni, brief 7 mei 1928)
'...De bouw begint lanzaam maar zeker vaste vormen...'
(Hanni, brief 19 oktober 1928) |
Initiatief
In 1928 nam
Michel Bury (Maastricht 1879 - Nijmegen 1948) het initiatief tot de oprichting van de Kunstzijdefabriek Nyma. Uit de nagelaten correspondentie blijkt dat hij ingenieurs heeft aangezocht in Zwitserland, samen met de Twentsche Bank naar financiers heeft gezocht, en zijn privévermogen in de opbouw heeft gestoken. Zijn vrouw Hanni, die in Bremen in de
boekhouding van een handelshuis had gewerkt, nam deel aan de zakelijke en administratieve voorbereiding en het maken van begrotingen, liet koken voor de aangetrokken buitenlandse werknemers (het koken zelf deed Käthe, de Duitse kokkin die uit Amsterdam mee naar Nijmegen was verhuisd en die de rest van haar leven bij de familie in dienst zou blijven) en hielp bij het zoeken naar woningen.
Achtergrond
Michel had zijn sporen verdiend als bestuurder en zakelijk strateeg lang voordat hij in 1915 in de margarine ging. In het Jurgens-concern moet hij zich op zijn plaats hebben gevoeld want hij heeft er tien jaar in de directie gezeten, maar hij koesterde een droom van een eigen onderneming waarin zijn vijf zoons hem konden opvolgen, liefst een industrie want daar lag zijn ervaring. De fusie tussen Van den Bergh en Jurgens in 1927 leek een
logisch moment voor Michel, dan 48 jaar oud, om nu of nooit voor zichzelf te beginnen. In deze tijd is hij door directeur J.C. Hartogs van de Enka gepolst voor een post als onderdirecteur van de Enka.
De reden voor Hartogs' verzoek was de sterke recente uitbreiding van de Enka elders in Europa en in de VS, en de geplande overname van een aantal Duitse concurrenten. Michel heeft korte tijd voor Enka gewerkt. Het zou onderdeel van een voorbedachte strategie kunnen zijn om bij de Enka in de keuken te kijken voordat hij een concurrerend bedrijf oprichtte, maar Hanni schrijft aan haar zus Toni dat
Michel, als vader van 6 kinderen - in een tijd zonder vangnetten en verzekeringen - terugschrok voor de risico's van een eigen bedrijf. Langer dan twee maanden hield hij het echter niet vol. Zijn hele werkzame leven was hij gewend geweest anderen te zeggen hoe het moest maar hier was Hartogs natuurlijk de baas, bovendien was de werktijd lang en de reis oncomfortabel. Een volgend aanbod van de Enka-directie, in juni 1927, sloeg hij af omdat hij had besloten een eigen bedrijf op te richten.
Aanleiding
Tijdens zijn nauwe betrekkingen met de Enka heeft Michel ongetwijfeld ingezien hoe afhankelijk de uitbereidingen die de Enka recent had gedaan en nog wilde doen, de Twentse weverijen zouden maken, en dat daaruit een strategische kans ontstond om een concurrerende spinnerij op te richten. De rijke Twentse weverijen zouden hem uit welbegrepen eigenbelang kunnen helpen het benodigde
startkapitaal bijelkaar te brengen, dat veel groter was dan wat hij uit eigen middelen kon inbrengen, en vervolgens zouden zij de nieuwe spinnerij ook nog een gegarandeerde afzet kunnen bieden.
Vooruitlopend op de koninklijke goedkering van de firma opende hij onder eigen naam een kantoor in de Lange Burchtstraat waar de bouw van de fabriek werd voorbereid. De Nyma werd officieel opgericht op 21 mei 1928 met minstens twee Twentse wevers als belangrijke medefinanciers, namelijk Van Heek en Blijdestein. Of de deelnemingen op naam van personen of van de gelijknamige textielbedrijven waren
gesteld, valt uit het familie-archief niet op te maken.
Startkapitaal en zeggenschap
De Twentsche Bank, in de persoon van toenmalig directeur Van Leeuwen, heeft een belangrijke rol gespeeld bij het grondvesten van een syndicaat en het bijelkaar brengen van het benodigde startkapitaal. Mogelijk kende Bury Van Leeuwen uit Amsterdam, van zijn eerdere werk bij Jurgens of van toen hij nog zelfstandig crisismanager was, in welke rol hij doordrongen zal zijn geweest van het belang van
een trouwe en betrouwbare bankier. Daarbij was hij zijn eigen loopbaan destijds begonnen bij een bank in Maastricht. Naast van Leeuwen kregen J.H. van Heek en J.H. Blijdestein, Mr. W.M. van Lanschot en J.M. Telders een zetel in de eerste Raad van Commissarissen. Michel was enig directeur.
De fabriek is snel tot stand gekomen.Tussen het besluit tot oprichting en het inspinnen van de eerste machine ligt nog geen twee jaar.
Beursgang
Na een succesvolle start in de crisisjaren werd vijf jaar na de operationele start, op 6 mei 1934, notering aan de Amsterdamse effectenbeurs aangevraagd. De beursgang van de NV Kunstzijdespinnerij Nyma werd begeleid door een bankconsortium waaronder zich de Twentsche Bank, Lippman Rosenthal en Oyens bevonden. Uit stukken van de onderneming in het archief van de Effectenbeurs blijkt dat er vier grote deelnemers waren: een voor fl. 460.000; een voor fl. 250.000; een voor
fl. 200.000 en een voor fl. 100.000. De rest van het kapitaal van ruim drie miljoen gulden werd geplaatst bij 151 verschillende personen en bedrijven, waaronder Stork (machinebouw) en Jurgens (margarine), Michels voormalige werkgever.
Kocht Enka grond rondom de Nyma?
Tegen de strategische achtergrond is het logisch dat er geen kapitaaldeelname is aangeboden aan de Enka - het ging er juist om een concurrent van Enka in het leven te roepen. Dr. Ing. Ronald Stenvert van het Bureau voor Bouwhistorie en Architectuurgeschiedenis vermeldt in zijn lezing over de bouwhistorie van de Nyma (op 7 november 2006 in
Museum de Stratemakerstoren in Nijmegen) dat
Hartogs, als reactie op het feit dat hij werd buitengesloten, rondom de Nyma aan de Waalbanddijk een ring grond heeft aangekocht. Hiermee was de Nyma ingesloten door haar grootste concurrent en zou zij alsnog op de Enka zijn aangewezen als ze moest uitbreiden. Volgens Stenvert staat om die reden de watertoren midden op het Nyma-terrein en niet, zoals gebruikelijk is, aan de rand.
Tot nu toe is er geen bron die het verhaal uit de anecdotische sfeer kan tillen. Effectief is de strategie niet geweest. De Nyma had grond op de groei gekocht. Ten tijde van de beursnotering in 1934 (toen de watertoren er al stond) besloegen de fabrieks- en katoorgebouwen nog geen 2 hectare van het 7 hectare grote terrein. Ook bij latere uitbreiding heeft de Nyma nooit
extra grond nodig gehad. Zo'n
aankoop buiten de spinnerij om te doen, die bij de bouw van het grootste fabriekscomplex van Nijmegen zeker de medewerking van het Nijmeegs stadsbestuur zal hebben gevraagd en gekregen, zou alleen op ietwat slinkse
wijze zijn beslag hebben kunnen krijgen. Ondenkbaar is het niet, maar het botst enigszins met het beeld van Hartogs als sociaalvoelenend ondernemer en beminnelijk mens. Zover ik weet zijn de betrekkingen tussen Enka en Nyma steeds vriendschappelijk geweest. De Enka-directie (Hartogs was al overleden in 1932) bewees Michel Bury ook de laatste eer op diens begrafenis in 1948.
De naam Nyma
Uit de oprichtingsacte blijkt dat de Nyma een of meerdere nevenvestiging heeft willen oprichten. De Ny staat voor Nijmegen; de ‘ma’ naar alle waarschijnlijkheid voor Maastricht, waar Michel vandaan kwam. De naam wordt uitgesproken als 'niema'. Waarschijnlijk heeft Bury de ‘ij’ vervangen door een ‘y’ omdat hij een internationaal bedrijf vestigde en de ij in het Engels niet voorkomt. Ook is geopperd
dat het Maastrichts zou kunnen zijn - in het Maastrichts wordt de ‘ij' vaak uitgesproken als ‘ie’.
7 november 2006
p. v/d ven
|
Michel Bury, oprichter van de Nyma, omstreeks 1925
Michel Bury
(who-is-who 1928)
Dr. Jacques Coenraad Hartogs,
oprichter van de Enka
omstreeks 1930
Dr. J.C. Hartogs
(who-is-who 1938)
Mr. H.F. van Leeuwen,
directeur van de Twentsche Bank,
ca. 1938
Van leeuwen
(who-is-who 1938)
G.J. van Heek,
zoon van de oprichter van Van Heek textielfabrieken in Enschede
Enschede en Van Heek
Van Heek textielfabriek,
Enschede
Albert Jan Blijdestein,
1ste Kamerlid
De Twentse 'textielbaronnen' Blijdestein, Van Heek en
Ten Cate waren nauw gelieerd door onderlinge huwelijken en verwierven aanzienlijke politieke invloed. |
|