schakelen Herinneringen: de melkman
 
  

 
   

 

Pan op de knerp
door Wim Benda

 

   
    (Elst-Gld, 24-02-2007)
 
   
 

Dagelijks kwam een melkman aan de deur om een paar liter melk te slijten. Die melk werd met een ½-litermaat uit melkbussen geschept en in een pan gedaan. Wij hadden voor dat doel een forse aluminium pan met twee handgrepen. Vanaf
 

 
 

een zeker moment begon bij vader een vermoeden te groeien dat de melkman, in zijn eigen voordeel, geen maat kon houden. Om meer zekerheid te krijgen of zijn vermoeden juist was, besloot vader een proef te gaan doen onder het motto: meten is weten. Zo vulde hij de melkpan met precies twee liter water. Met een potloodje tekende hij in de pan aan hoe hoog het water stond, zodat hij op de goede plaats een klein putje in het zachte aluminium kon slaan. Die week had vader middagdienst, dus de proef kon hij de volgende morgen zelf uitvoeren.

 

De melkman belde aan, nam de pan van vader in ontvangst en na vier keer de maatkan in de melk­bus gestoken en in de pan geleegd te hebben, kreeg vader de pan weer terug. Met zijn twee wijs­vingers onder de oren van de pan liet vader de melk even uitschommelen. Hij kookte over van op­gekropte woede toen hij moest vaststellen dat de melk niet hoger kwam dan een centimeter onder het putje. Vader hield de pan bij de melkboer onder zijn neus en vroeg met enige stemverheffing: “Wou
je beweren dat dit twee liter is?! Smerige oplichter! Je moest je ogen uit je kop schamen om de kleine man zo te bestelen!”

De zwendelaar had zo snel geen weerwoord. Moeder, die in de deuropening het tafereel bezorgd had gadegeslagen, zei nog op sussende toon: “Thijs, laat nou maar…” Maar het was al te laat. Als een veel te grote aluminium helm bungelde de pan bij de melkboer voor zijn ogen. Woedend greep de afzetter de pan van zijn knerp, smeet hem op het trottoir en droop af. Nog diezelfde morgen had vader geregeld dat voortaan een andere melkboer aan de deur zou komen. En de door de schermutselingen ontstane deuken in de pan werden er zorgvuldig uit gehamerd, want anders zou het merkteken niet meer op de goede plaats zitten.

De volgende morgen verscheen een door een hit getrokken tweewielig karretje in de straat en een jonge, vriendelijke boerin belde aan. Glansrijk door­stond dit melkmeisje de toelatingstest, want bij haar was geen putje te zien. Voortaan kon zij ons tot haar klantenkring rekenen. Zij is goed melk blijven geven.

 



W. Benda: N.V. Kunstzijdespinnerij Nyma,

  herinneringen (Lees verder)


 
 

 

 
 

Melkkar (hondenkar?) met bussen, anonieme fotograaf. Bron: stadsarchief Amsterdam