|
hier en daar wat roestvlekken in, maar, zo moet vader gedacht hebben, voor klompslofjes voor de kleintjes is dat geen bezwaar. Hij knipte uit de stof een aantal gelijke stukken volgens een patroon van eenvoudige snit. Ze hadden de vorm van een gestileerde klomp. Twee aan twee werden ze aan
de rand aan elkaar genaaid, behalve het deel voor
de instap. Vervolgens werden ze binnenstebuiten gekeerd en zo ontstond er iets wat op een slofje leek, maar waarvan de pasvorm ver te zoeken was.
Eenmaal aan de voet en in de klomp bleek al gauw dat het draagcomfort veel te wensen overliet. De
|
naad, die midden op de wreef begon, over de tenen heen onder de voet doorliep en net boven de hiel eindigde, vormde een weerspannige, harde richel waar de kindervoetjes niet op berekend waren. Maar vader was niet voor één gat te vangen en kwam al snel op de proppen met een nieuw en aangepast model maar nu met een vlak
zooltje. Die slofjes beantwoordden wel aan het doel en die hebben we gedragen tot ze versleten waren tot op de draad.
W. Benda: N.V. Kunstzijdespinnerij Nyma,
herinneringen (Lees verder)►
|
|